Hoe zit het nu precies met het verstrekken van medische informatie
U herkent het vast; Iemand uit uw gezin is bij de behandelaar geweest en er zijn nog wat vragen of misschien zijn er vragen over de planning. U belt en dan krijgt u te horen dat er geen informatie aan u verstrekt kan worden in verband met de privacy. Raar dat u, als partner, kind van een oudere patiënt of als ouder van een kind, geen informatie krijgt, u behoort toch tot het gezin? Onlangs bleek dat veel zorgverleners de privacy niet op orde zou hebben. Wij zijn blij u te mogen laten weten dat wij aan alle eisen voldoen en met trots kunnen zeggen dat wij uw gegevens goed bewaken. Hieronder willen wij u in het kort uitleggen wat de reden is en hoe de wet hieromtrent in de gezondheidszorg en dan met name hoe dit binnen Devotas geregeld is.
De Wet Bescherming Persoonsgegevens
Deze wet is meer bekend onder de naam “privacywet”. Hierin is geregeld dat de gegevens die wij van u verzamelen, bij ons is dat uw medische dossier, goed beveiligd moeten zijn en wij zorgvuldig met deze gegevens om moeten gaan. Al uw gegevens die wij nodig hebben om u goede zorg te verlenen staan bij ons in een apart computersysteem en dat is op meerder manieren beveiligd en alleen onze medewerkers hebben toegang. Al onze medewerkers hebben een geheimhoudingsplicht rondom alle medische gegevens die zij onder ogen krijgen of moeten verwerken. Wij doen er alles aan uw medische gegevens veilig te stellen. Als u verwezen bent naar een specialist, dan worden de (verwijs)brieven, versleuteld en gecodeerd via een speciaal beveiligde internetlijn doorgestuurd of kunt u uw verwijsbrief alleen persoonlijk ophalen. En worden er geen medische documenten digitaal via “gewone” internetverbindingen verstrekt, denkende aan onderzoeksverslagen, behandelplannen en dergelijken. Als u iets digitaal wilt bewaren, dan zult u documenten zelf moeten inscannen en opslaan.
De Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomst
In deze wet, afgekort tot W.G.B.O is omschreven dat voor het uitvoeren van medisch onderzoek en medische behandeling toestemming nodig is van de betreffende patiënt. De wet legt hiermee vast dat degene die de behandeling uitvoert, verplicht is dat de patiënt de benodigde informatie geeft over de uit te voeren behandeling zodat de patiënt een weloverwogen beslissing kan nemen. In de wet is opgenomen dat iedereen van 16 jaar en ouder onder de noemer volwassene valt.
De informatie moet bestaan uit:
- Het doel van het onderzoek of de behandeling
- De aard van het onderzoek of de behandeling
- De te verwachten resultaten
- Mogelijke risico’s
- Eventuele andere behandelmogelijkheden en informatie hierover
Kinderen tot 12 jaar:
Kinderen tot 12 jaar vallen onder de zeggenschap/verantwoordelijkheid van de ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s). In sommige gevallen zijn kinderen goed in staat mee te denken over hun gezondheid en eventuele problemen. In de wet staat beschreven dat zowel de ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) als behandelaars rekening moeten houden met de wensen en ideeën van het kind zelf.
Kortom:
- De ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) geven toestemming voor een behandelovereenkomst.
- De ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) moeten geïnformeerd worden.
- Het kind moet geïnformeerd worden op basis van zijn/haar bevattingsvermogen.
- Het kind moet zoveel mogelijk betrokken worden bij de beslissingen.
- De ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) hebben het recht op inzage in het dossier, het kind niet. Indien gewenst kunnen ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) het dossier of een gedeelte daarvan met het kind doornemen.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij afwijkende regels gelden. Zie hieronder:
- Als ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) een behandeling willen laten doen kan de hulpverlener deze weigeren als deze van mening is dat de behandeling niet in het belang van het kind is. Om deze reden kan er ook inzage in het medisch dossier geweigerd worden.
- Als ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) een behandeling weigeren die het leven van het kind in gevaar kan brengen, kan de hulpverlener via de rechter het gezag van de ouders beperken om zo alsnog de behandeling mogelijk te maken.
- Wanneer ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) en hulpverlener een behandeling noodzakelijk vinden, kan het kind tot 12 jaar niet weigeren. Wel kan een hulpverlener bij wijze van uitzondering de wens van het kind om geen behandeling te ondergaan inwilligen. De hulpverlener moet dan wel overtuigd zijn dat het kind in staat is zelf te beslissen. Bijvoorbeeld bij langdurig en ernstig zieke kinderen die weten hoe belastend een behandeling kan zijn.
- De hulpverlener mag altijd zonder toestemming van de ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) handelen in acute en/of levensbedreigende situaties.
Kinderen van 12 tot 16 jaar
Kinderen van 12 tot 16 jaar hebben volgens de wet een belangrijke eigen stem bij medische behandelingen of onderzoeken.
Kortom:
- Behalve de ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s), moet ook het kind zelf toestemming geven voor een onderzoek of behandeling.
- Zowel de ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) als het kind hebben recht om geïnformeerd te worden.
- Zowel de ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) als het kind hebben recht op inzage in het medisch dossier.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij afwijkende regels gelden. Zie hieronder:
- Als kind en ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) van mening verschillen, hangt het van het bevattingsvermogen van het kind af welke mening zwaarder wordt gewogen m.b.t. de behandeling.
- Als de behandeling wel door ouders wettelijk vertegenwoordiger(s)/ wordt gevraagd en geweigerd wordt door de jongere dan zal de hulpverlener de wil van de jongere opvolgen mits dit geen ernstige gevolgen heeft.
- Is er een behandeling of onderzoek zonder toestemming van de ouders wettelijk vertegenwoordiger(s)/ uitgevoerd, dan hebben de ouders alleen recht op informatie en inzage in het dossier als het kind hierin toestemt.
- Het kind kan willen dat zijn/haar ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) niet worden geïnformeerd en dat hen niet om toestemming wordt gevraagd. De hulpverlener kan aan die wens gevolg geven als deze van mening is dat het kind letterlijk “oud en wijs” genoeg is om hierover zelf te beslissen.
- De hulpverlener mag altijd zonder toestemming van ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) en kind handelen in acute en/of levensbedreigende situaties.
Kinderen vanaf 16 jaar
Jongeren van 16 jaar en ouder worden volgens de wet op één lijn gesteld met volwassenen. In zaken die te maken hebben met hun gezondheid worden zij dus als meerderjarig beschouwd, ook al zijn zij nog geen 18 jaar.
Kortom:
- De jongere kan zelfstandig beslissen of er toestemming gegeven wordt voor een medische behandeling of onderzoek.
- Er is geen toestemming van de ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) nodig.
- De jongere heeft het recht volledig geïnformeerd te worden: Ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) worden enkel geïnformeerd als de jongere hiermee akkoord is.
- De jongere heeft recht op inzage in het medisch dossier. Hiervoor is geen toestemming nodig van ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s).
- De ouders/ wettelijk vertegenwoordiger(s) mogen het medisch dossier inzien, als de jongere hiermee akkoord gaat.
Desalniettemin zal Devotas de jongere altijd motiveren medische informatie te delen met ouders/ wettelijke vertegenwoordiger(s), als dit bij kan dragen aan het welzijn van de jongere.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij afwijkende regels gelden. Zie hieronder:
- De hulpverlener mag altijd handelend optreden in acute en/of levensbedreigende situaties, ook als er geen toestemming van de jongere is voor de behandeling.
Als u ouder bent dan 16 jaar, dan kan u een toestemmingsformulier krijgen, waarin u toestemming geeft aan wie er medische informatie van u verstrekt mag worden. Dit formulier dient u zelf te ondertekenen. Op deze manier kunt u uw partner, familie of verzorger machtigen om (bepaalde) informatie voor u op te vragen. Deze toestemming wordt dan in uw dossier genoteerd, zodat wij weten wie u gemachtigd heeft informatie op te vragen. Dit schept duidelijkheid en voorkomt misverstanden.
Wij hopen u met deze informatie voldoende geïnformeerd te hebben. Met uw vragen bent u uiteraard welkom.
Gescheiden ouders met gedeeld ouderlijk gezag
Indien er sprake is van gedeeld ouderlijk gezag betekent dit dat beide ouders wettelijk vertegenwoordiger van hun kind zijn. Beiden moeten toestemming geven voor de behandeling van hun minderjarige kind. Beiden hebben recht op informatie over de behandeling en gezondheidstoestand van hun kind.
Uw kind is jonger dan 12 jaar
Wij vragen u als aanmeldende ouder naar de gezagssituatie en de naam en het adres van de andere ouder. Soms vragen wij naar een origineel uittreksel van het gezagsregister (gratis). Bij voorkeur willen wij met beide ouders het intakegesprek houden. Heeft een van de ouders daar bezwaar tegen? Dan bieden wij ouders ieder een eigen intakegesprek aan met de zorgverlener. Wij sturen een schriftelijke bevestiging van de uitnodiging voor het afzonderlijke intakegesprek op aan elke ouder. Wanneer de aanmeldende ouder bezwaren heeft tegen het informeren en betrekken van de andere ouder bij de behandeling, kan het onderzoek en de behandeling niet starten gelet op de wet- en regelgeving.
Wij zullen dan in gesprek gaan met de aanmeldende ouder. Na dit gesprek volgt een bespreking in het Multi Disciplinair Overleg. Over de resultaten van deze bespreking wordt de aanmeldende ouder geïnformeerd. Het belang van het kind is hierbij het uitgangspunt. Als een van de ouders het onderzoek en behandeling van het aangemelde kind weigert, kan een juridisch traject door de aanmeldende ouder noodzakelijk zijn om alsnog de behandeling te kunnen laten plaatsvinden.
Uitgangspunt voor Devotas is echter om met beide ouders in gesprek te gaan om te komen tot een gemeenschappelijke basis voor het onderzoek en de behandeling van het kind, met daarbij het belang van het kind voorop gesteld. Indien de situatie met betrekking tot het aangemelde kind zeer zorgelijk is en behandeling noodzakelijk wordt geacht en er is geen toestemming van beide ouders, kan besloten worden tot een zorgmelding bij Veilig Thuis. De aanmeldende ouder wordt hier vooraf over geïnformeerd.
Maatregelen jeugdbescherming
Als de veiligheid of ontwikkeling van een kind ernstig wordt bedreigd, kan een gezin verplichte hulp opgelegd krijgen. De kinderrechter legt dan een jeugdbeschermingsmaatregel op. Wij als zorgverlener kennen daarbij verplichtingen. Zodra er sprake is van tijdelijk gezag door een jeugdbeschermer, dan dienen we de jeugdbeschermer te betrekken bij het behandelingsproces van uw kind.
De jeugdbeschermingsmaatregel die het meest wordt ingezet, is de ondertoezichtstelling (OTS). De kinderrechter kan een OTS opleggen als de veiligheid en ontwikkeling van een kind ernstig wordt bedreigd. De maatregel is erop gericht ouders te ondersteunen en te begeleiden. De jongere komt daarmee onder toezicht te staan van een gecertificeerde instelling. Een jeugdbeschermer van de gecertificeerde instelling adviseert ouders over de opvoeding en kan jeugdhulp inzetten. Bij een OTS houden ouders het gezag over hun kind. Wel zijn ouders verplicht om mee te werken met de adviezen en aanwijzingen van de jeugdbeschermer.
Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS)
Als een situatie met een kind acuut is, kan de kinderrechter een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) opleggen. Dit gebeurt als een normaal onderzoek en een verzoekschriftprocedure door de Raad voor de Kinderbescherming niet afgewacht kunnen worden. Een VOTS is een spoedmaatregel en duurt maximaal drie maanden. In die periode onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming de situatie. De VOTS wordt binnen drie maanden beëindigd, of kan omgezet worden in een ondertoezichtstelling als de Raad hiervoor een verzoek heeft ingediend bij de kinderrechter.
Voogdijmaatregel
Bij voogdij wordt het gezag over een minderjarige door iemand anders uitgeoefend dan een ouder. Dit kan zijn na een gezagsbeëindigende maatregel, bij kinderen van ouders die tijdelijk geen gezag meer hebben, bij kinderen van wie de ouders zijn overleden of bij kinderen met een minderjarige moeder.
Er zijn twee bijzondere vormen van voogdij: tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij. Beide zijn tijdelijk van aard. Dit in tegenstelling tot de ‘gewone’ voogdij, die in principe duurt tot een kind meerderjarig is.
Tijdelijke voogdij
Er is sprake van tijdelijke voogdij als de gezaghebbende ouder het gezag tijdelijk niet zelf kan uitoefenen. Bijvoorbeeld als ouders minderjarig zijn, of een ouder onder curatele is gesteld en er geen andere ouder is die het gezag kan uitoefenen. De tijdelijke voogdij duurt totdat de ouder het gezag heeft teruggevraagd aan de rechtbank. Voor de uitoefening van de voogdijtaken gelden grotendeels dezelfde regels als bij ‘gewone’ voogdij. Bij minderjarige ouders ligt het accent wel anders dan bij de andere gronden voor voogdij.
Voorlopige voogdij
Er is sprake van voorlopige voogdij (VoVo) bij een acute situatie die bedreigend is voor het kind. De voorlopige voogdij gaat vrijwel altijd gepaard met de schorsing van het gezag van de ouder(s). De voorlopige voogdij kan bijvoorbeeld worden toegepast bij een internationale kindontvoering, of als niet duidelijk is wie het gezag heeft over het kind, zoals bij een vondeling. De VoVo heeft een hoog crisisgehalte.
De schorsing van het gezag en de voorlopige voogdij zijn tijdelijk: maximaal drie maanden. Als binnen die drie maanden een verzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingediend om blijvend in het gezag te voorzien, kan de VoVo voortduren tot er een einduitspraak is. Het verschil tussen een VoVO en een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) is dat bij een VOTS ouders het gezag behouden en deze niet wordt geschorst.